Oost-België kan in de concurrentie met de Europese regio’s uitpakken met een uitzonderlijk voordeel: de meertaligheid van de bevolking. Oost-België ligt namelijk op de scheidingslijn van de Romaanse en de Germaanse cultuur, zodat een groot deel van de bevolking de Duitse, de Franse en de Nederlandse taal beheerst.

De officiële talen zijn Duits en Frans.

Duitstalige gemeenschap

De inwoners gebruiken in hoge mate de Hoogduitse standaardtaal in de administratie, de scholen, in het kerkelijke leven en in de sociale betrekkingen. Daarnaast spelen dialecten nog altijd een rol in de maatschappelijke betrekkingen:
- Kanton Eupen (Kelmis, Lontzen, Eupen en Raeren): Nederfrankisch (Nederduits) en Rijnfrankisch
- Kanton St. Vith (Bütgenbach, Büllingen, Amel, St. Vith en Burg-Reuland): Moezelfrankisch en Rijnfrankisch (beiden Hoogduits)
Een bevolkingsminderheid, overwegend in de noordelijke gemeenten Kelmis, Lontzen en Eupen, spreekt Frans. Op grond van het in België geldende, territoriale principe zijn er evenwel geen officiële onderzoeken toegestaan, die de getallenverhouding tussen Duitstalige en Franssprekende inwoners weergeeft.

Kanton Malmedy (Malmedy en Waimes)

Frans is hier de officiële taal. Duits geldt hier officieel als tweede taal. Vooral in Weismes (Waimes), maar ook in Malmedy, is er een Duitssprekende minderheid. In het toerisme en in de horeca, alsook in het bedrijfsleven zijn de meeste werknemers meertalig Frans-Duits-Nederlands. De bevolking behoort tot de Oost-Waalse dialectgroep. In Malmedy zijn de straatnaamborden tweetalig Frans-Waals.

< terug